Schimmenspel

Pa 1985 USA

 

 

En zo ging aan de andere kant van de wereld, een ander leven door, zei die Nederland ontvlucht waren, naar het beloofde land, het land waar je aan die nieuwe toekomst kon werken, daar was ruimte, daar was werk, ook al begon je onderaan de ladder, sinaasappels plukken, of borden afwassen en de kinderen mee genomen, gingen naar school, leerde de nieuwe taal spreken, met de jaren zien de foto’s er minder bedroeft uit, lachende gezichten verschijnen, die passen bij de tijdbeeld van toen ze genomen werden, waar jammer genoeg! Of misschien wel gelukkig geen plaats voor me was! De enige die ik echt miste was mijn zus, mijn vader was wat minder, het verdriet van het verlaten van mijn moeder werd om gezet in haat, wat verwenste ik haar! Mijn vader verliet me met een belofte en daar had ik houvast aan, dat gaf me kracht, want alles zou maar tijdelijk wezen? Toch! Zo verstreken de jaren, zoals de jaren verstreken in mijn geboorteland, waar ik weinig over wist, slechts uit boeken van mijn nieuwe vader en sprookjes van kantjil, de enge verhalen in het pension, als ik daar op bezoek kwam, die de haren op mijn armen, recht overeind zetten en een vreemd gevoel in mijn hoofd, kippenvel, terwijl ze lachend verteld werden, als of de verteller er plezier in had, ons angst aan te jagen! De gelukkige momenten als een bord eten voor mijn neus werd gezet, vol sambal en rijst, die geuren in de keuken, die me lieten watertanden en ik daarna naar huis ging, waar alleen Hollandse kost op de tafel kwam, niet dat ik daar niet van genoot? Ik wist wel beter, maar geen andere keuzen en als je geen keuzen hebt blijft er niets anders om je daar bij neer te leggen! De rebel in mij was geboren en met mij velen, we vonden elkaar op straat, als bij toeval? Als of iets geheimzinnigs ons aanzoog! Het liefst in donkeren hoeken, stegen, ruïnes, uit de oorlog, gebouwen waar nog geen geld voor was, om ze af te breken, laat staan te verbouwen! En zou waren wij één met die gebouwen uit het verleden, wij waren net als zij beschadigt, tot op onze ziel, al die ontbrekende bakstenen, vertelde iets van ons! Als of wij allemaal niet compleet waren, geen wonder dat mensen voor ons weg rende of snel de andere kant uit keken, als wij schimmen door de straten slopen, tot het laat werd en ons thuis of haard weer opzochten! Beloofde elkaar de volgende dag weer te treffen, terwijl we in bed droomde, van dat verre land, van die enge verhalen, maar ook die mooie verhalen, die foto’s in de boeken, die palmenstranden, die mooie statige gebouwen, die niet leken op die ruïnes waar wij in verbleven, als een wonder daar zou plaats vinden, die ons zou helen, die! die zwarte plek in onze zielen, beter zou maken, zo als werd verteld in andere verhalen die geheime en stille krachten, die alleen in dat oude Nederland Indië plaats vond, want hier in Nederland kwamen we dat niet tegen, hoe we ook zochten en hoopte op een wonder! En dat zochten we ook in Indo rock, tot die dood bloede, zo als alles dood bloeden, ook in ons zelf, we droogde langzaam uit! We verteerde, verpulverde, we werden tot stof, slechts een stoffer en blik en zo loste we op in het niets, we werden onzichtbaar, we werden geesten en leefde in het geesten land, waar we enge verhalen over hadden gehoord! Die verteld werden door jongens veel ouder als wij en zij konden het weten? Wij keken op tegen hen, zij waren onze helden, die gevochten hadden tegen draken en heel veel later kwam ik ze tegen en kon wel huilen, ook zij hebben de strijd verloren, waren stof geworden, onzichtbaar net als ik zelf en dat was een schok, als aan de grond genageld, mijn helden hadden het gevecht verloren? Wat moest ik dan wel niet met die toekomst, als zij het ook niet hadden kunnen redden? Radeloos werd ik, een intens verdriet maakte zich van mij meester, ik had geen meester meer! Geen vertrouwen en zo waren we verdoemd tot het schimmenland, waar we als kinderen ooit naar hadden gekeken, met de mond open in dat gevecht van goed en kwaad! Of was het anders om? Mijn hoofd kon het niet meer volgen en naarmate ik verder door het leven liep, me voortsleepte als een gewond hert, kwam ik steeds meer gewonden mensen tegen en ik begon een ziekenboeg en onbeholpen hielp ik maar en zo ben ik geworden wat ik heden ben, een zwerver in tijd en ruimte en soms roep ik in een microfoon Kaptein Spock, die verbaast opkijkt naar me, zo van wat doe jij dan hier? en ik nog hoop had op David Bowie en the Spiders of Mars, hoe eng zagen die er wel niet uit? Zo stond ik voor de spiegel en gooide deze kapot in miljoenen stukken, van verdriet!

Een gedachte over “Schimmenspel

Plaats een reactie